Bolivia, Chili & Paaseiland
Door: Aina
Blijf op de hoogte en volg Aina
06 December 2012 | Nederland, Groningen
Chili (Spaans: Chile), officieel de Republiek Chili (Spaans: República de Chile) is een land in Zuid-Amerika, grenzend aan Peru, Bolivia en Argentinië. Het ligt ingeklemd tussen de Grote Oceaan en de Andes. De hoofdstad is Santiago, het parlement zetelt in Valparaíso. Het land maakt ook aanspraak op een stuk van Antarctica (ditzelfde stuk wordt overigens ook grotendeels door Argentinië opgeëist). Om deze reden staat de obelisk die het officiële geografische middelpunt van Chili markeert ook in het zuiden, bij de stad Punta Arenas, vlakbij Vuurland.
De Juan Fernández-archipel, Desventuradaseilanden, Sala y Gómez en Paaseiland, dat zeer ver ten westen van het vasteland ligt, horen ook bij Chili.
De vroegst bewoonde plek in Chili, Monte Verde, is gedateerd op 12.500 jaar geleden. De vroegste menselijke resten die op het Chileense grondgebied zijn gevonden dateren van ongeveer 10.500 jaren geleden.
Het grondgebied van het huidige Chili werd bewoond door verschillende Indianenstammen zoals de Aymara in het noorden, Mapuche in het midden en de Yagán en Kawésqar (ook Alacaluf genoemd) in het zuiden. De Incakeizer Wayna Qhapaq veroverde tussen 1493 en 1527 een groot deel van het noorden van Chili, tot aan de Maule rivier. Daar stuitten de Inca's op hevig verzet van de Mapuche stammen.
De eerste Spaanse ontdekkingsreiziger was Diego de Almagro die in het jaar 1535 vanuit Peru, via Argentinië, Chili bereikte. Het was echter pas met de expeditie van Pedro de Valdivia in 1540-1541 dat de eerste blijvende Spaanse nederzettingen werden gevestigd.
Bolivia, volledig de Plurinationale Staat Bolivia (Spaans: Estado Plurinacional de Bolivia) is een republiek in Zuid-Amerika die grenst aan Peru, Brazilië, Paraguay, Argentinië en Chili.
Voorafgaand aan de Europese kolonisatie, was de Andes-regio van Bolivia een deel van het Inca-rijk — de grootste staat in precolumbiaans Amerika. Het Spaanse Rijk veroverde de regio in de 16e eeuw. Tijdens het grootste deel van de Spaanse koloniale periode werd dit gebied Opper-Peru genoemd. Na het uitroepen van de onafhankelijkheid in 1809 volgde 16 jaar van oorlog alvorens de republiek, genoemd naar Simón Bolívar, op 6 augustus 1825 werd opgericht. Bolivia heeft geworsteld met perioden van politieke instabiliteit, dictaturen en economische ellende.
Aangenomen wordt dat de oudste bewoners van Bolivia indianen zijn en dateren van ongeveer 13000 jaar voor Chr. Rond 1441 na Chr. wordt Bolivia door de Inca's bestuurd.
Rond 1545 werd Zuid-Amerika en dus ook Bolivia gekoloniseerd door de Spanjaarden. De nomadische indianen in het laagland ten oosten van het Andes-gebergte werden echter nooit effectief onderworpen door de Spanjaarden. Na de Boliviaanse onafhankelijkheidsoorlog werd op 6 augustus 1825 de onafhankelijkheid van de "República de Bolívar" uitgeroepen (vernoemd naar de vrijheidsstrijder Simón Bolívar). Sindsdien wordt het land geteisterd door oorlogen en staatsgrepen.
Het Paaseiland (Spaans: Isla de Pascua) wordt ook Rapa Nui genoemd en dat is ook de naam voor de bewoners: de Rapa Nui. Het is een Polynesisch eiland in de Grote Oceaan, dat staatkundig bij Chili hoort en een provincie van dat land is. De hoofdstad van Paaseiland is Hanga Roa. Het eiland is vooral bekend door de honderden Moai (paaseilandbeelden) die er te vinden zijn.
Het eiland is met 163,6 vierkante kilometer ongeveer even groot als het Nederlandse waddeneiland Texel (170 km²). Er wonen 5035 mensen (telling 2011). Het is een van de meest geïsoleerde eilanden ter wereld: het dichtstbijzijnde bewoonde eiland, Pitcairn, ligt er 2075 km van verwijderd.
De naam Paaseiland ("Paasch-Eyland") werd gegeven door Jacob Roggeveen, die op paaszondag, 5 april 1722 met drie schepen het eiland aandeed.
Rapa Nui betekent in het Polynesisch letterlijk de Grote Rots (rapa: rots, nui: groot). Het eiland werd sinds ongeveer 1863 zo genoemd door zeelieden uit Tahiti. De aanduiding wordt tegenwoordig door de inwoners gebruikt voor zowel het eiland zelf, hun taal, als om hun eigen volk (Rapa Nui) aan te duiden.
Een andere inheemse naam voor het eiland is 'Mata ki te rani' of 'Ogen die naar de hemel kijken' (mata: ogen, ki: die, te: kijken, rani: hemel). Deze benaming slaat op de voorouderbeelden of moai met de merkwaardige oogkassen die inderdaad schuin naar de hemel zijn gericht. Een andere naam die de oorspronkelijke bewoners aan hun eiland gaven was Te pito o te henua, wat 'De navel van de wereld' betekent. Volgens een aantal legenden zou de eerste naam van het eiland 'Te pito o te kainga a Hau Maka' zijn geweest, wat staat voor 'Het kleine stukje land van Hau Maka'.
Mondelinge overlevering van de oorspronkelijke bewoners geeft aan dat een opperhoofd (Hotu Matu'a) met zijn vrouw en familie in twee kano's op het eiland arriveerde. Er wordt verondersteld dat zij Polynesisch waren. Er is onzekerheid over de nauwkeurigheid van deze legende. In de literatuur wordt de eerste vestiging aangegeven tussen 300-400 n. Chr. en 700-800 n. Chr. Maar over deze vroege dateringen is geen consensus. Waarschijnlijk vond de belangrijkste kolonisatie plaats rond het jaar 1250.
Het eerste vastgelegde Europese contact met Paaseiland vond plaats toen Roggeveen er landde. Hij trof er twee- tot drieduizend bewoners aan. De bevolking kan echter twee eeuwen eerder uit tien- tot vijftienduizend mensen hebben bestaan. Aangenomen wordt dat de beschaving van Paaseiland in een neerwaartse spiraal is terechtgekomen gedurende de eeuw voorafgaande aan de komst van de Europeanen, als gevolg van overbevolking, ontbossing en uitputting van de beperkt aanwezige natuurlijke grondstoffen.
Volgens beschrijvingen van Roggeveen leefden er twee groepen op het eiland: Polynesiërs en 'blanken'. Deze blanken waren de Langoren, ook wel Hanau Epe genoemd, die de Moai hebben gebouwd. De twee bevolkingsgroepen leefden in vrede samen op het eiland. Uit onderzoek blijkt dat het eiland voor de bewoning door mensen volledig was bebost, maar toen Roggeveen het ontdekte was er vrijwel geen boom meer te vinden. Algemeen wordt aangenomen dat de bomen werden gekapt voor het verplaatsen van de grote stenen hoofden die op het eiland zijn geplaatst, voor het bouwen van huizen en het bouwen van kano's om te kunnen vissen.
Afgezien van beschrijvingen van bezoekende schepen is er weinig informatie over de gebeurtenissen die op het eiland plaatsvonden, zowel voor de komst van de Europeanen als in de tijdspanne tussen hun bezoeken. Zo beschreef James Cook bij zijn bezoek in 1774 dat veel van de stenen beelden omgegooid waren terwijl dat bij het bezoek van Jacob Roggeveen nog niet het geval was. Waarom dit is gebeurd, is onbekend.
In de tweede helft van de 19de eeuw leidde slavenhandel, nieuw geïntroduceerde ziekten en honger tot verdere decimering van de bevolking.
-
06 December 2012 - 23:08
Aafke:
Hoi globetrotter,
Wat een spannend maar vooral prachtig vooruitzicht heb je. Geniet en voorzichtig zijn.
Heel veel plezier en tot mails, groetjes Aafke.
Ps onderneem je deze reis alleen???? Dan extra voorzichtig.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley