Zuurberg - Johannesburg - Pretoriuskop
Blijf op de hoogte en volg Aina
15 April 2014 | Zuid-Afrika, Pretoriuskop
1) Johannesburg is in 1886 ontstaan, toen de Australische goudzoeker George Harrison goud ontdekte in de Witwatersrand. Vrijwel meteen werd dit rustige gebied in de Transvaal overstroomd door gouddelvers en er ontstond een tentenkamp. De autoriteiten van Pretoria waren gedwongen er vlakbij een township te stichten. Ze kozen een onbruikbare driehoek grond, genaamd Randjeslaagte, die niet door lokale boeren was geclaimd. Johan Rissik, de opzichter, noemde het Johannesburg, misschien naar zichzelf of anders naar Christiaan Johannes Joubert, de mijndirecteur of naar de president van de Republiek van Zuid-Afrika (ZAR), Paul Johannes Kruger. Mijnbouwmagnaten als Cecil Rhodes en Barney Barnato hadeen het kapitaal om dit rijke goudrif te exploiteren en met hun Mijnbouwkamer (opgericht in 1889) probeerden ze de orde te scheppen in de chaos, met een gemeenschappelijk beleid aangaande rekrutering, lonen en werkomstandigheden. Deels onder druk van de blanke arbeiders introduceerden ze in 1893 met goedkeuring van de Zuid-Afrikaanse regering de zogenaamde colour bar, waarin werd bepaald dat zwarte arbeiders alleen nog maar handwerk mochten doen. In 1895 had Johannesburg al 100.00 inwoners. Velen van hen waren geen boeren en niet geinteresseerd in de onafhankelijkheid van de ZAR. Kruger en de burghers (inwoners van de Zuid-Afrikaanse Republiek) beschouwden deze uitlanders als een potentieel gevaar en ontzegden hen het stemrecht, ondanks het inkomen dat ze de staat verschaften. Er kwamen ook wetten om de toevloed van zwarten naar Johannesburg te beperken en de Indiers werden gedwongen de stad te verlaten en in het westen te gaan wonen. Het duurde niet lang voordat aan de rand van Johannesburg grote sloppenwijken vol zwarten en Indiers ontstonden.
2) Het snelgroeiende Nelspruti dijde rond 1890 uit als basis voor handelaars, boeren en goudzoekers, maar van deze oorsprong is niet veel meer te zien. De meeste oude gebouwen zijn gesloopt en vervangen door winkelcentra en autowegen en de stad heeft een bedrijvige en welvarende uitstraling. Nelspruit is een handelscentrum, niet alleen voor het Lowveld, maar ook voor Swaziland en Mozambique. De stad beschikt ook over de beste verbindingen van de provincie, zoals vliegverbindingen met Johannesburg, Kaapstad, Durban en Maputo.
3) Aangezien er al duizenden jaren mensen in of rond het grondgebied van het Krugerpark wonen, is het zeer de vraag of het nationale park wel echt kan worden beschouwd als een 'ongerepte wildernis', zoals het wel vaak wordt genoemd. De San, jager/verzamelaars, hebben hun sporen nagelaten in de vorm van schilderingen en gravures op 150 plaatsen die tot dusver zijn gevonden en op verschillende plaatsen in het wildpark zijn sporen gevonden van agrarische cultuur. Gecentraliseerde staten bouwden rond 1000-1300 n. Chr. stenen paleizen en voerden handel, waardoor Chinees porselein, sieraden en stoffen in deze streken belandden, maar de komst van de blanke gelukszoekers in de tweede helft van de 19e eeuw had de grootste invloed op de regio. Afrikaanse boeren werden begin 20e eeuw van hun grond verdreven om het park te vormen en jagers en stropers die leefden van wild lieten de wildpopulaties sterk slinken. Paul Kruger, voormalig president van de Zuid-Afrikaanse Republiek, krijgt gewoonlijk de eer zo'n visionair te zijn geweest dat hij land reserveerde voor het behoud van dieren in het wild. In de Afrikaner geschiedenis figureert Kruger als een intelligent, legendarisch personage en het James Stevenson-Hamilton, de eerste opzichter van het nationale reservaat die zo uitgekookt was Krugers naam te noemen om het verzet van de Affrikanen tegen de vorming van het park te matigen. Sterker nog, Stevenson-Hamilton wist dat Kruger geen natuurbeschermer was, maar zelfs een verstokte jager: Kruger 'zag dieren zijn leven lang als biltong', schreef hij in een persoonlijke brief. Dankzij zijn vasthoudendheid, niet die van Kruger, werden de dieren die nog niet waren uitgeroeid gered. Het park is uitgebreid tot in Mozambique met de oprichting van het Great Limpopo Transfrontier Park in 2000 en er zijn twee grensposten tussen het Kruger en Mozambique tot stand gekomen, een in het noorden in Pafuri vlakbij het Punda Maria Camp, de andere in Giriyondo, tussen het Letaba- en het Mopani-kamp.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley