Swellendam - Oudtshoorn

Het diner van gisteren was typisch Zuid-Afrikaans en het heeft erg goed gesmaakt. De route van vandaag was Swellendam - Heidelberg - Riversdale - Mossel Bay - Robinson Pass en Oudtshoorn. De wegen in Zuid-Afrika zijn goed, buiten de grote steden zijn het veelal tweebaans wegen waar je 120km/h mag rijden. In de weilanden hier in Zuid-Afrika staan niet alleen koeien en schapen, maar ook struisvogels. We hebben een korte stop gemaakt bij The House of Aloes, waar ze produkten maakten van aloe vera, ik vond dit niet baaie interessant. Vervolgens hebben we een lunchstop gemaakt bij The Point in Mossel Bay (1). Ook hier waren weer veel 'dassies' (klipdassen). Ondanks de waarschuwigsborden werden de dassies uiteraard gevoerd door toeristen. Vanuit Mossel Bay zijn we richting de bergen gereden en passeerden we Robinson Pass. De bergen zijn groen en er groeit zogeheten fynbos. We 'kwamen uit' op de Kleine Karoo (2), een halfwoestijn. Na Oudtshoorn (3) moesten we nog ongeveer 45 minuten rijden om bij ons verblijf voor de komende 2 nachten te komen, Swartberg Country Manor. Het verblijf is echt heel erg mooi, vanaf mijn porch heb ik zicht op Swartberg.

1) Mosselbaai is de plaats waar inheemse Khoiherders een bloedige strijd leverden met de Europeanen. Een groep Portugese zeelieden vertrok in augustus 1487 onder kapitein Bartholomeu Diaz vanuit Portugal op zoek naar een zeeroute naar de rijkdommen van India. Maanden later rondden ze Kaap de Goede Hoop. In februari 1488 naderden ze als eerste Europeanen de Zuid-Afrikaanse kust. Omdat ze water nodig hadden, voeren ze een beschutte inham binnen, die ze Aguado de Sao Bras (waterplaats van de heilige Blasius) noemden, nu Mosselbaai. De Khoikhoi waren onderverdeeld in afzonderlijke groepen, elk met zijn eigen opperhoofd en terriroriale rechten op weidegronden en waterbronnen. De Portugezen, die zich niets aantrokken van plaatselijke gebruiken, vonden het van 'slechte manieren' betuigen toen de Khoikhoi hen van de bron probeerden te verjagen. De Portigezen namen wraak met kruisboogpijlen. Een herder werd hierbij gedood.

2) De Kleine Karoo wordt omsloten door ruige bergen en steile valleien (of poorts) waardoor het gebied eeuwenlang praktisch ontoegankelijk was voor voertuigen. In de 19e eeuw pakten de Britten het probleem aan door tientallen passen in de bergen van de Kaap aan te leggen, waarvan 34 door de wegenbouwer Andrew Geddes Bain en zijn zoon Thomas.

3) Oudtshoorn begon als een dorpje dat werd vernoemd naar Geesje Ernestina Johanna van Oudtshoorn, de vrouw van de eerste gouverneur van George. Struisvogels leven in Afrika in het wild, maar vanaf 1860 werden ze ook gefokt in de Oudtshoorn Vallei, waar de omstandigheden ideaal waren. Grote veren waren een victoriaanse modetrend en de struisvogels werden een bron van grote rijkdom. Rond 1880 werden honderduizenden kilo's veren geexporteerd. Tijdens deze hausse trokken de arbeiders - vaak gekleurde afstammelingen van de Outeniqua en Attaqua Khoikhoi en trekboers, die een bespottelijk laag loon kregen, aangevuld met wat eten, wijn, drank en tabak - aan het kortste eind. Begin 20e eeuw bouwden de meest succesvolle boeren en handelaren 'verenpaleizen' voor zichzelf, de opzichtige edwardiaanse, zandstenen gebouwen die zo kenmerkend zijn geworden voor Oudtshoorn