Colombo - Sigiriya
Door: Aina
Blijf op de hoogte en volg Aina
10 Oktober 2011 | Sri Lanka, Sigiriya
Vanuit Colombo zijn we eerst naar Negombo (1) gereden om de plaatselijke vismarkt te bezoeken. Er komen rond de 3000 boten vis brengen naar de 'visafslag' in Negombo, dit maakt deze vismarkt 1 van de grootste in Sri Lanka. Op de vismarkt werd veel tonijn verkocht, maar ook red snapper, haai, manta's, garnalen, krabben, enz. Na Negombo hebben we onze weg vervolgd richting Sigiriya. Onderweg kwamen we langs de vele rijstvelden met waterbuffels, palmboom-, bananen-, rubberboom-, ananas- en teakboomplantages. Het landschap werd heuvel- en bergachtig. Hier en daar zag je kleine 'fabriekjes' waar ze bakstenen maakten (mal, aarde) en bakten. In Pinnawela (2) zijn we eerst naar de rivier gelopen, waar de olifanten aan het baden waren. Na de lunch zijn we naar het olifantenweeshuis gegaan. Het olifantenweeshuis vond ik een behoorlijk commerciele bedoening. De entreeprijs voor toeristen was RS2000, terwijl deze voor de locals RS500 bedroeg. Daarnaast kon je een olifantje de fles geven, met een olifant op de foto, etc, dit alles uiteraard tegen betaling. Onze tweede stop was een bezoek aan de Dambulla tempel (3). Voordat we met trappen naar boven naar de grotten gingen, eerst nog het grote gouden Budhabeeld bekeken. Tijdens het beklimmen van de trappen een foto gemaakt van een monnik, die na het te hebben gevraagd, keurig ging poseren voor de camera. Boven gekomen moesten de schoenen zoals gebruikelijk uit en de schouders en knieen bedekt. De vele beelden en schilderingen waren erg mooi om te zien. Na de grotten zijn we doorgereden naar het Sirigiya Hotel, ons eindpunt voor de dag.
(1) Al in de 8ste en de 9e eeuw gebruikten de Arabieren de stad als uitvoerhaven voor hun specerijen. In de koloniale tijd was Negombo een centrum van kaneelhandel. De Portugezen versterkten de plaats om het kaneelland te beschermen tegen aanvallers en bekeerden veel inwoners tot het katholicisme. Nadat de Hollanders de Portugezen in 1640 hadden verjaagd, bouwden ze er in 1678 een fort en richtten er tevens een gereformeerde kerk op . Het door de Hollanders meegebrachte protestantisme heeft weinig blijvende invloed gehad.
(2) In Pinnawela is een door de staat beheerd 'olifantenweeshuis' ingericht, waarin ca. 50 door moederolifanten in de steek gelaten jongen worden verzorgd tot zij voor zichzelf kunnen zorgen. De allerkleinsten worden gevoed met de fles. Zij drinken gemiddeld 35 liter melk per dag. Twee keer per dag nemen de olifanten een bad in de rivier de Maha Oya. Via een onverharde weg, recht tegenover de ingang van het 'weeshuis', lopen zij met hun mahouts (oppassers) naar de rivier. De doelstelling van het 'weeshuis' is de olifantenstand in Sri Lanka op peil te houden. In de praktijk blijkt echter dat de meeste dieren niet meer terug kunnen naar hun oorspronkelijke leefgebied. Zij zijn de kunst van het zelfstandig overleven kwijtgeraakt. Veel olifanten die hier opgroeien worden verkocht aan dierentuinen in het buitenland. Anderen krijgen een betrekking als tempelolifant.
(3) Toen de Tamils de hoofdstad Anuradhapura bezetten, vluchtte koning Valagam Bahu naar de grotten van Dambulla. Vandaaruit wist hij in 103 v. Chr. zijn hoofdstad te heroveren. Uitdankbaarheid liet hij de grotten ombouwen tot tempels, die later door verscheidene koningen met 153 beelden werden verfraaid. In de eerste tempel is een beeld van de liggende Budha, 13m lang en uitgekapt in de rots, het hoofd op een kussen. Op de offertafel liggen bloemen. Wanden en plafond zijn geheel beschilderd; de oudste muurschilderingen zijn ruim 2000 jaar oud en stellen taferelen voor uit het leven van Budha. De derde grot heeft allerlei zittende, staande en liggende beelden van Singalese koningen en hindugoden, maar vooral van Budha; de meeste zijn fel van kleur. Op de wanden zijn muurschilderingen aangebracht, die historische gebeurtenissen voorstellen, zoals de slag tussen Duttha Gamani en Elara. Een kleine dagoba, links van de ingang, is omgeven door zittende beelden; opvallend is het Budhabeeld onder de kop van een opgerichte cobra.
(1) Al in de 8ste en de 9e eeuw gebruikten de Arabieren de stad als uitvoerhaven voor hun specerijen. In de koloniale tijd was Negombo een centrum van kaneelhandel. De Portugezen versterkten de plaats om het kaneelland te beschermen tegen aanvallers en bekeerden veel inwoners tot het katholicisme. Nadat de Hollanders de Portugezen in 1640 hadden verjaagd, bouwden ze er in 1678 een fort en richtten er tevens een gereformeerde kerk op . Het door de Hollanders meegebrachte protestantisme heeft weinig blijvende invloed gehad.
(2) In Pinnawela is een door de staat beheerd 'olifantenweeshuis' ingericht, waarin ca. 50 door moederolifanten in de steek gelaten jongen worden verzorgd tot zij voor zichzelf kunnen zorgen. De allerkleinsten worden gevoed met de fles. Zij drinken gemiddeld 35 liter melk per dag. Twee keer per dag nemen de olifanten een bad in de rivier de Maha Oya. Via een onverharde weg, recht tegenover de ingang van het 'weeshuis', lopen zij met hun mahouts (oppassers) naar de rivier. De doelstelling van het 'weeshuis' is de olifantenstand in Sri Lanka op peil te houden. In de praktijk blijkt echter dat de meeste dieren niet meer terug kunnen naar hun oorspronkelijke leefgebied. Zij zijn de kunst van het zelfstandig overleven kwijtgeraakt. Veel olifanten die hier opgroeien worden verkocht aan dierentuinen in het buitenland. Anderen krijgen een betrekking als tempelolifant.
(3) Toen de Tamils de hoofdstad Anuradhapura bezetten, vluchtte koning Valagam Bahu naar de grotten van Dambulla. Vandaaruit wist hij in 103 v. Chr. zijn hoofdstad te heroveren. Uitdankbaarheid liet hij de grotten ombouwen tot tempels, die later door verscheidene koningen met 153 beelden werden verfraaid. In de eerste tempel is een beeld van de liggende Budha, 13m lang en uitgekapt in de rots, het hoofd op een kussen. Op de offertafel liggen bloemen. Wanden en plafond zijn geheel beschilderd; de oudste muurschilderingen zijn ruim 2000 jaar oud en stellen taferelen voor uit het leven van Budha. De derde grot heeft allerlei zittende, staande en liggende beelden van Singalese koningen en hindugoden, maar vooral van Budha; de meeste zijn fel van kleur. Op de wanden zijn muurschilderingen aangebracht, die historische gebeurtenissen voorstellen, zoals de slag tussen Duttha Gamani en Elara. Een kleine dagoba, links van de ingang, is omgeven door zittende beelden; opvallend is het Budhabeeld onder de kop van een opgerichte cobra.
-
15 Oktober 2011 - 17:57
Peter:
Toen wij in het olifantenweeshuis kwamen was er een olifant, die na 70 jaar nog niet voor zichzelf kon zorgen. Liep die er nog?
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley
