Cahuita
Door: Aina
Blijf op de hoogte en volg Aina
24 April 2011 | Costa Rica, Cahuita
(1) Het nationaal park Cahuita is een nationaal park in het natuurgebied Area de Conservacion La Amistad Caribe van Costa Rica, gelegen op de Zuid-Caraïbische kust in de provincie Limón en verbonden met de stad Cahuita. Het park omvat een aantal stranden en laaglandgebieden en richt zich daarnaast op toeristen en andere bezoekers, die er komen duiken en snorkelen in het beschermde zeegebied, waar zich de Coralline-riffen en de nestgebieden van zeeschildpadden bevinden. Het rif bevat tenminste 35 soorten koraal, 140 soorten weekdieren, 44 soorten kreeftachtigen en 123 vissoorten. Op het land leven een groot aantal diersoorten, waaronder miereneters, paca's, neusberen, wasberen, luiaards, agoeti's, brulapen en kapucijnapen. Tot de vele voorkomende vogelsoorten in het gebied behoren onder andere de groene Ibis, groenbruine ijsvogel en de zwavelborsttoekan. Het park werd oorspronkelijk opgezet in 1970 als het nationaal monument Cahuita en kreeg in 1978 de status van nationaal park, hetgeen werd goedgekeurd in 1982.
(2) Luiaards (Folivora of Phyllophaga) vormen een onderorde van middelgrote Zuid-Amerikaanse zoogdieren waarvan tegenwoordig nog twee families bestaan: tweevingerige luiaards (Megalonychidae) en drievingerige luiaards (Bradypodidae). Luiaards zijn herbivoren en eten weinig anders dan bladeren. Luiaards hebben veel buitengewone aanpassingen aan hun boomklimmende levensstijl. Bladeren, hun belangrijkste voedselbron, leveren weinig energie en worden niet gemakkelijk verteerd: luiaards hebben daarom een zeer grote, gespecialiseerde maag met meerdere delen waarin symbiotische bacteriën de stugge bladeren afbreken. Luiaards kunnen ook insecten, kleine hagedissen en kadavers eten. In vochtige omstandigheden bevat hun vacht bacteriën die voor camouflage kunnen zorgen. De vacht is meestal (diep) bruin, maar sommige in het wild levende luiaards hebben een groenige tint dankzij de aanwezigheid van de bacteriën. De pels van zo'n luiaard is een ecosysteem op zich. Algen en bacteriën hebben zich tussen de haren genesteld en geven zijn vacht die typische groenige tint. De schutkleur beschermt het langzame dier tegen de arend en andere roofdieren. Ook zitten er allerlei kleine beestjes in zijn rommelige jas, zoals kevers en vlinders, die zich te goed doen aan het microscopische leven. Het idee dat luiaards 18 uur per dag slapen is een mythe. Uit recent onderzoek blijken luiaards in het wild iets minder dan 10 uur per dag te slapen. Een luiaard komt gemiddeld zo'n één keer per week uit de boom naar de grond om zijn behoefte te doen. Een luiaard loopt op de grond niet sneller dan 2,5 meter per minuut. Over een afstand van een kilometer zou hij ruim 6,5 uur doen.
(3) De brulapen (Alouatta) zijn een geslacht van apen van de Nieuwe Wereld uit de familie der grijpstaartapen (Atelidae). Er worden negen à tien soorten erkend. De brulapen behoren samen met de spinapen tot de grootste apen van de Nieuwe Wereld. De brulapen danken hun naam aan de brulkoren die de dieren rond zonsopgang laten horen. Brulapen hebben een kop-romplengte tussen de 55,9 en de 91,5 centimeter en een gewicht van 4 tot 10 kilogram. De staart is 58,5 tot 91,5 centimeter lang, langer dan de rest van het lichaam. Mannetjes zijn over het algemeen groter dan vrouwtjes. De brulapen zijn bekend om de luide, diepe brullen die de mannetjes uitstoten. Deze brullen kunnen van verre te horen zijn: tot drie kilometer in dicht bos, en tot vijf kilometer over open water. De mannetjes kunnen de gehele dag door brullen, maar ze zijn vooral rond zonsopgang en zonsondergang te horen. Vooral 's ochtends laten de mannetjes van één groep brulkoren horen, die worden beantwoord door mannetjes van andere groepen. De brullen dienen voornamelijk om andere groepen brulapen erop te wijzen waar de groep zich bevindt. Door hun locatie bekend te maken, kunnen groepen elkaar mijden, waardoor territoriale gevechten worden voorkomen.
(4) De kapucijnapen (Cebus) vormen een geslacht van dagactieve breedneusapen. Ze zijn vernoemd naar de kloosterorde der Kapucijnen, omdat hun gezichtstekening doet denken aan de kappen van deze monniken. De kapucijnapen zijn nauw verwant aan de doodshoofdaapjes (Saimiri) en de klauwaapjes (Callithrichinae). Kapucijnapen zijn 305 tot 565 millimeter lang, met een staart van 300 tot 560 millimeter. Ze wegen 1100 tot 4300 gram. Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes. Ook hebben ze grotere hoektanden. Het topje van de staart van de kapucijnaap kan dienen als grijpstaart, en kan het gehele lichaamsgewicht dragen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley